In het onderzoeksproject eDNA is er een veldprotocol muskusrattenbestrijding opgesteld. Dit veldprotocol bestaat uit 5 stappen.
- Het protocol start met een jaarlijkse monitoring van alle waterwegen middels trajecten van 5 km (Stap 1).
- Als in een trajectmonster muskusrat-eDNA wordt aangetroffen, volgt het nauwkeuriger lokaliseren met watermonsters om de 1 km en 100 m (Stap 2).
- De eDNA-resultaten hiervan maken gericht speuren en nauwkeurige plaatsing van vallen mogelijk (Stap 3).
- Na een (succesvolle) vangperiode worden er opeenvolgende controles uitgevoerd rondom elke vangst/eDNA-locatie om te bevestigen dat er geen muskusratten meer zijn op de speurlocatie en er geen verdrijving heeft plaatsgevonden (Stappen 4 en 5).
Muskusratvrij
Mocht er toch een watermonster eDNA-positief zijn, dan worden Stappen 3-5 net zo lang doorlopen totdat er geen muskusrat-eDNA meer wordt gedetecteerd. Hiermee wordt het speurgebied muskusratvrij verklaard. Het gebied gaat dan weer mee in de reguliere monitoring.
Melding door burgers
Alternatief startpunt: Als er een muskusrat-melding door burgers wordt gedaan, stelt de bestrijder ter plekke vast of er sprake is van mogelijke aanwezigheid van muskusratten. Als dat zo is, dan start het veldprotocol vanaf Stap 2: lokalisering.
Bekijk het veldprotocol