Begin 2020 hebben studenten van de HAS Hogeschool in Den Bosch in opdracht van waterschap Rivierenland onderzoek gedaan naar een passend protocol voor de monitoring van de rietvegetatie en andere relevante soorten in natuurgebied de Gelderse Poort.
De Gelderse Poort is een van de 5 actiegebieden in het LIFE Mica-project waar de slimme vangkooi op basis van beeldherkenning wordt ingezet. Tijdens het project wordt onder meer onderzocht wat er verandert aan de oevervegetatie als het aantal muskus- of beverratten vermindert.
Dit hebben de studenten onderzocht:
- Op welke manier kan de rietvegetatie het beste worden gemonitord? Meten op afstand met satellietdata? Of monitoring op de grond? Of experimenteel monitoren met behulp van exclosures, waarbij een stuk gebied wordt afgezet?
- Welke andere relevante soorten moeten naast rietvegetatie worden gemonitord? En welke protocollen kunnen daarvoor worden opgesteld?
- Wat is de nul-situatie bij de start van de monitoring?
- Hoe haalbaar en toepasbaar zijn de voor Nederland geformuleerde protocollen in de andere landen? Waar moet op gelet worden?
Monitoringsprotocol
De studenten hebben een monitoringsprotocol opgesteld dat bruikbaar is voor de Gelderse Poort, maar ook voor de andere actiegebieden in Duitsland en België. Ze werden daarbij ondersteund door professor Emiel van Loon van de Universiteit van Amsterdam.
Nauwkeurigheid GPS
Tijdens hun onderzoek merkten de studenten dat het door hun gebruikte GPS-apparaat niet de gewenste nauwkeurigheid had. Dat resulteerde in een verandering van de locatie van de permanente kwadranten (vaste gebieden waarbinnen de aanwezige plantensoorten worden benoemd). De studenten adviseren daarom het gebruik van een GPS met een nauwkeurigheid van 0,2 meter. Een alternatief is om de permanente kwadranten te markeren met piketpalen.
GPS-positioner
Vanwege het openbare karakter van het onderzochte gebied is besloten om niet met piketpalen te werken, maar met een GPS-positioner. Zo kunnen de meetgebieden zeer nauwkeurig vastgelegd worden. Ook kunnen daardoor jaarlijks de nieuwe metingen op precies dezelfde locaties uitgevoerd worden.